Open brief aan Justitie

Aan: Jelle Tjalsma; Cor Reijenga : Ron Rintjema : Jan Verkaik : Wim van Essen : Jan Woelinga

cc. de hoofdofficier van Justitie Diederik Greive;

“We moeten ons in dit land afvragen wat nodig is om de rechtsstaat goed te laten functioneren.’’

Is dit meer dan allen maar een slogan?

cc. Sylvia te Wierik : Gery Veldhuis

Woord vooraf:

Ik begin met wat ik een disclaimer zou willen noemen. Ik probeer op een naar mijn mening fatsoenlijke beheerste, redelijke manier aantoonbare tekortkomingen in dit onderzoek aan te tonen, c.q. bespreekbaar te maken. Natuurlijk hebben onderzoeken losse eindjes, echter wanneer men de opsomming leest die ik in dit schrijven weergeef zou dat stof tot nadenken moeten zijn. Het gaat niet om futiliteiten het gaat om wezenlijke zaken. Voor wat het waard is, nog nooit heeft iemand mij inhoudelijk gecorrigeerd. Was het maar waar. Wie weet, naar aanleiding van deze mail? Voor de motivatie verwijs ik eveneens naar wat Jan Sterenborg (1949) studeerde ontwikkelingspsychologie (1978) aan de K.U. te Nijmegen, over deze zaak schreef:
Wat in de zaak Marianne Vaatstra veelvuldig gebeurd is, is dat informatie zonder argumentatie verdwijnt. Als je je daaraan schuldig maakt, roep je als het ware de complotten zelf op.

Oproep:

Alle communicatie welke ik doe gaat met grote regelmaat vergezeld van een oproep aan de lezer om, wat niet klopt, mij daarvan op de hoogte te stellen. Mits verifieerbaar pas ik dat direct aan. Het is geenszins, dus allerminst zoals men dat anno 2021 noemt, mijn bedoeling nepnieuws te verspreiden. Vandaar ook weer hierbij de oproep om wat niet klopt mij te melden. Ik reken daar op. Sterker nog, ik heb het nodig.

Ik heb in de tijd die ik hier aan besteed, slechts één keer van een persoon het verzoek gehad deze niet meer te benaderen. Natuurlijk respecteer ik dat te allen tijde.

Rechtvaardiging;

Justitie is ervan op de hoogte dat ik al enige tijd met deze zaak bezig ben, ik probeer anderen hierin te betrekken, waarbij men mij steevast verwijst naar ‘de politie” u dus.

Aanpak:

Ik heb de zaak Marianne Vaatstra in tweeën geknipt. Gedeelte tót het lichaam van Marianne Vaatstra werd gevonden en het gedeelte daarna. Het gedeelte vóór de vondst van het lichaam daar kon Justitie niets aan veranderen. Het waren zoals we dat noemen voldongen feiten. Wat men daar wel aan kon doen is te proberen de feiten ( verklaringen) naar de hand te zetten. Althans dat beeld roept het op, wat ook zal blijken uit mijn verslag.

Getuigen:

Op bladzijde 5 van het requisitoir geeft de OvJ aan dat er 700 getuigen zijn gehoord. Echter wanneer je het verhaal kent zoals Justitie bekend heeft gemaakt dan haal ik daar heel weinig tot niets (?) uit wat ik kan herleiden naar verklaringen van getuigen. Inmiddels weet ik dat juist veel verklaringen zijn “weggepoetst”, getuigen geven aan onder druk te zijn gezet hun verklaring aan te passen in meerdere gevallen gaat dat om het tijdstip. Eén getuige, mevrouw Geke Haarsma ( cruciale verklaring op film) Is helemaal “gedelete”. Ze werd als “gekkie” weggezet. Bij de andere verklaring op film van Verry Brouwer (en vriendin) lukte dat niet, was dat niet mogelijk, want uitgezonden door Peter R. de Vries. Daar liet men heel simpel Spencer Sletering verklaren dat “hij Verry en Tiny niet had gezien en ( gemakshalve zei hij in één adem “Wietse ook niet”) . Het valt hierbij heel erg op dat ook Peter R. de Vries hiermee akkoord ging. Hierbij komt mijn aanpak van “andersom denken” weer om de hoek.

Stel dat Verry Brouwer en zijn vriendin niet Spencer en Wietse zagen. Onomstotelijk is blijkbaar ook voor Justitie dát ze twee jongens hadden gezien. Waren er twee jongens geweest dan was het voor justitie van groot belang deze op te sporen om daarmee het gelijk van Spencer aan te tonen.

U weet het, die twee andere jongens zijn nooit gepresenteerd. Voor mij de bevestiging dat Verry Brouwer en zijn vriendin Tiny de Haan wel degelijk Spencer en Wietse zagen zonder Marianne om 00.30 uur. Dat zou aansluiten met de verklaring van Geke Haarsma die vanwege haar waarneming de conclusie trok dat Marianne rond het zelfde tijdstip in een auto werd getrokken.

“Complotters”

Zelfs in het requisitoir meent de Ovj Henk Mous aandacht te moeten besteden aan “complotters”.
Ook de media doen daar trouw aan mee. Laat ik het op mezelf betrekken. Wel aandacht aan besteden en er minderwaardig over doen en belachelijk maken, maar niet wat de meeste mensen ontgaat, inhoudelijk aantonen wát er dan fout beweert wordt. Dat zou toch niet zo moeilijk moeten zijn. Dit wordt vaak afgedaan met “hij luistert toch niet”. De mensen gaan er aan voorbij dat het niet de ware reden is om mij niet te weerspreken, maar dat de tegen argumenten die wat ik schrijf en beweer gewoonweg ontbreken!

Hypocriet

Van toepassing op alle media, met name de lokale media “veroordelen” mij, maar doen ook geen enkele moeite mij voor wat betreft feiten terecht te wijzen. Ik sta daar natuurlijk voor open. Ik vraag daar vaak om, het blijft stil. Tevens het verwijt dat ik de zaak moet laten rusten. Vervolgens besteedde de Leeuwarder Courant op 4 december vier volledige pagina’s aan de zaak.

Wietse Steensma en Spencer Sletering

Twee zeer belangrijke sleutel figuren in deze zaak. Wietse Steensma is door Justitie van begin af aan “buiten schot” gehouden, nergens lees je over hem. Bewust. Ik noem hem in deze zaak: ‘de zwakste schakel’. Toen hem werd gevraagd naar wie Verry Brouwer had gezien in Kollum, antwoordde Spencer Sletering daarom : ”Wietse zegt ze ook niet gezien te hebben”. Lekker gemakkelijk? Ongelooflijk hoe Spencer Sletering in een web van leugens terecht is gekomen en het in stand houdt en hield. Ik noem zijn eerste verhaal dat er afscheid werd genomen bij het tunneltje en dat hij zocht op plekken die niet bij de route passen, dat hij niet wist op welke fiets Marianne fietste. Hij had op zijn minst een herenfiets kunnen zeggen, maar zei : ”hoe moet ik dat nou weten”. De ene keer werd de fiets gestolen door deze te laten stuiteren, een andere verklaring was “door het slot met een steen te forceren”. Wat zei de moeder van Marianne Vaatstra ook al weer : “de waarheid kun je maar op één manier vertellen, een leugen op vele manieren”. Waarvan akte.

Wietse Steensma en Spencer Sletering (vervolg)

Één van de zwakste punten van de hele Marianne Vaatstra zaak is, wat mij betreft, het volgende: van meerdere getuigen is bekend dat er grote druk op werd uitgeoefend, soms moesten ze enkele keren terugkomen. In dat licht valt het mij des te meer op dat men van Spencer Sletering nooit de feitelijke reden zou hebben gehoord waarom Marianne Vaatstra persee alleen verder wilde fietsen. Een absolute tekortkoming van Justitie. Zou Spencer Sletering dat niet willen prijsgeven (waarom niet?) dan was er nog de zwakste schakel Wietse Steensma. Aan hem heeft Spencer Sletering het die nacht vast wel verteld. De kans is zelfs zeer groot dat hij bij dat moment aanwezig was. Aan Gerrit die de volgende ochtend met Spencer ging zoeken vertelde hij dat hij ruzie had gehad met Marianne……
Ik ben van mening dat wanneer men de reden van het alleen willen fietsen echt had willen weten, het antwoord daarop had kunnen krijgen. Hier heeft Justitie Spencer Sletering “een handje geholpen”.

Laatste ontwikkelingen:

Justitie is er mee bekend dat ik met enige regelmaat met geïnteresseerden de, volgens het OM, laatste 1.200m. loop die Marianne Vaatstra alleen afgelegd zou hebben. Daar is veel interesse voor. Ik doe dat met letterlijk het requisitoir in de hand. Lopen in de omgeving waarin de aanloop naar de moord zich afgespeeld zou hebben is heel leerzaam, je komt tot opmerkelijke zaken. Verderop neem ik u virtueel mee. Deze wandelingen leveren nieuwe input op. Mensen die ooit een verklaring hebben afgelegd en het gevoel hebben indertijd genegeerd te zijn grijpen nu hun kans om hun hart daarover te luchten. Ik heb geen enkele aanleiding hun intenties en geloofwaardigheid in twijfel te trekken.

Getuige 1 vertelde ons ( ik doe zoiets nooit alleen) het volgende;
Zij was die nacht samen met haar vriendin ook in de Paradiso, haar vriendin werd nog door Marianne Vaatstra aangesproken, uit tactische overwegingen houd ik de inhoud daarvan voor me. De getuige kende Marianne Vaatstra persoonlijk. Ook zij waren op de fiets en moesten naar Zwaagwesteinde. Zij fietsen door het tunneltje en dus langs de plek waar Marianne Vaatstra 8 uren later werd gevonden. ( opvallend dat in het requisitoir op blz. 30 door de OvJ wordt gezegd: ” want tussen moord en de ontdekking zaten meer dan 9 uur” ! Wanneer het afscheid was om 01.55 uur zou dat tussen de moord en het ontdekken van het lichaam 8 uur moeten zijn. (Onzorgvuldig of ging het OM hier per abuis uit van het werkelijke tijdstip van de moord?) Het staat er, ik bedenk het niet!

De meisjes spraken elkaar er over aan dat het hen opviel dat het zo’n heldere nacht was (ook aangeven door Bauke Vaatstra en Verry Brouwer). Het was naast een heldere ook een stille nacht toen ze op de Keningswei fietsten. Over hun fietstocht legden ze een verklaring af. Later, veel later in de tijd kwamen twee rechercheurs bij haar aan de deur.
Ze werden in de kamer binnen gelaten, de getuige haar moeder was aanwezig, de mannen hadden een opmerkelijke boodschap, iets wat haar nu nog, begrijpelijk, helder voor de geest staat. De mannen wilden beweren dat zij niet rond 01.15 over het fietspad langs de Keningswei waren gefietst, maar een uur later! Dus 02.15 uur. Echter met de ondersteuning van haar moeder bleef ze bij het tijdstip 01.15 uur.

Getuige 2 ( ook zij heeft “ondersteunende getuigen”)
Zij verklaarde dat ze die nacht in haar auto over de rotonde reed rond 01.15 uur. Zo’n 200 m. na de rotonde in de richting Kollum zagen ze aan de rechterkant van de weg op de ventweg drie asielzoekers lopen, waarvan één met een fiets.
( in mijn bezit is een verklaring van Rommie Stiksma komende vanaf Veenklooster in de richting van het tunneltje. Zij werd voor het tunneltje eerst door twee asielzoekers ingehaald en later door nog één. Dat was rond 01.10 uur . “De ene fietste erg snel alsof hij achterna werd gezeten”. De drie asielzoekers die de getuige zag, waarvan één met een fiets, in de auto zijn vrijwel zeker dezelfde drie als die Rommie Stiksma zag.

Getuige 2 (vervolg)
Echter met toen nog drie fietsen. woordvoerder Rambonnet verklaarde voor de camera van Omrop Fryslân bij een interview van Simone Scheffer dat er vier fietsen werden aangetroffen. DNA veilig gesteld?
Het beviel de rechercheurs zichtbaar en merkbaar slecht dat ze sprak over asielzoekers het was een naar gesprek. Wat ze niet is vergeten, is dat haar door een rechercheur werd gezegd dat zij daar langs reed ten tijde van de moord! Dus 01.15uur. Ook met deze getuige werd later contact gezocht door rechercheurs met de intentie haar de afgelegde verklaring te laten wijzigen.

Vraag naar aanleiding van getuige 1 en 2 : met welke bedoeling werd door de recherche druk uitgeoefend om het tijdstip van beide verklaringen met een uur te “verlaten”?

De Fietstocht (alles op basis van het requisitoir)

In het requisitoir worden op bladzijde 26 er slechts vier zinnen aan gewijd, dat is begrijpelijk omdat juist in dat gedeelte de meeste onwaarheden en onjuistheden aan het licht komen. Om voor mij onbegrijpelijke reden meende men te moeten vermelden; “de band loopt steeds leeg”. Dan vraagt iedere Nederlander zich direct terecht af: “een band die steeds leeg loopt moet je oppompen, dat moet steeds vaker, tot hij niet meer op te pompen valt, kortom hoe zijn ze in Buitenpost geraakt?”. (Wat we zeker weten is dat Spencer zijn fiets de volgende morgen met een lekke band in de schuur stond. Een lekke band krijg je in de regel onderweg. Dus waar overkwam hem dat? Waardoor was de band lek geraakt? Waren de ventielen er uit? U zult dat ongetwijfeld weten.) * zie bijlage vragen aan de familie Steringa.

Ook hier weer het “andersom denken” : geen enkel tijdstip wordt genoemd, slechts en dat wel exact, het tijdstip van afscheid 01.55 uur. ( in een artikel van die tijd in mijn bezit lees ik :”de twee jongens moeten een andere kant op, vanaf dat moment is Marianne alleen. Het is dan ongeveer 01.30 uur!) Hoe kan zo’n tijdstip 25 minuten opschuiven?

Ook opvallend; er zijn 700 getuigen gehoord, maar niemand die meldde de drie op twee fietsen te hebben gezien van Kollum naar station Buitenpost en vervolgens op drie fietsen naar de Swadde, ook niemand die Jasper Steringa heeft zien fietsen.

Aan de getuige Geke Haarsma wordt geheel voorbij gegaan. Alles wat de vrouw heeft gezegd is gefantaseerd? Ze is getuige rond 19.00 uur van een ruzie in het Filtsje tussen Spencer en asielzoekers waarbij één van hen Spencer toe beet iets van “we gaan vanavond je vriendinnetje te grazen nemen” Ook zag zij asielzoekers de ventielen uit de fietsen van Spencer en Wietse trekken. Vervolgens zag ze het niet, maar stelde vast op basis van haar waarnemingen dat Marianne Vaatstra rond 00.30 uur in een auto werd meegenomen. Werknemers van het Filtsje verklaarden dat Marianne en Spencer rond sluitingstijd en dat was 24.00 uur binnenkwamen, dat sluit weer aan met de verklaring van de portier van de Paradiso die ze rond die tijd de Paradiso zag verlaten.
Tenslotte zag mevrouw Geke Haarsma dat de jongens rond 01.30 uur werden opgehaald door de moeder van Spencer, wat vervolgens weer aansluit met de verklaring van de eigenaar van de Pyramide die Spencer rond die tijd zijn eethuis zag binnenkomen.

Op basis van mijn “andersom denken” het volgende : wanneer mensen die nacht Spencer en Wietse wel nog in Kollum samen zouden hebben gezien met Marianne had Justitie u dat ongetwijfeld naar buiten gebracht. Justitie laat dat na, omdat die getuigen er niet zijn. meldt dat niet, dus is dat niet het geval Is de logische conclusie.

Vervolgens de tweede kroongetuige: Verry Brouwer ( interview Peter R. de Vries, is filmpje van)

Deze zag die nacht rond 00.30 samen met zijn vriendin Tiny de Haan bij de tennisvelden in Kollum Spencer Sletering zonder Marianne Vaatstra. Ruim een jaar geleden had ik daarover contact met de heer Jan Verkaik, hij kwam met deze reactie : “rarara Spencer Sletering heeft bij de politie een andere verklaring afgelegd”. Met de kennis van nu begrijp ik dat, ik heb meerdere mensen gesproken, zie voorafgaande, die een verklaring hebben afgelegd die zeiden onder druk gezet te zijn wanneer ze iets verklaarden wat blijkbaar niet van pas kwam.

Volgens Spencer, die gemakshalve (!) ook voor Wietse antwoorde, moesten Verry en Tiny twee anderen gezien hebben. Blijkbaar koos Peter R. de Vries vanaf dat moment de zijde van Justitie en schikte zich daarin. Het antwoord van twee anderen kan om twee redenen niet kloppen:
• Wanneer er inderdaad twee anderen waren had Justitie deze twee “anderen” bekend gemaakt om het verhaal van Spencer te ondersteunen, “andersom denken”. Er zijn geen anderen?
• Vanuit wat mij inmiddels bekend is, is dat de afstand op die plek tussen Spencer en Verry Brouwer hooguit 10 meter is geweest, ( ik was daar) aannemelijker is dat het dichterbij was, daarbij aangetekend dat het een heldere nacht was en dat Verry Brouwer zelfs Spencer Sletering groette en zijn kleding kon beschrijven. Justitie vermeld de afstand tussen de twee niet, “andersom denken”. Waarom Jan Verkaik in de Discovery documentaire een afwijkend verhaal meent te moeten vertellen bevestigd nog meer het “originele” verhaal.

De fietstocht van Marianne alleen, vanaf parkeerterrein de Swadde.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat toen die ochtend rond 10.00 uur Aafie Kloosterman Spencer belde om te vragen waar ze afscheid hadden genomen hij zei : “bij het tunneltje”

Ik neem u mee op de wandeling vanaf de lantaarnpaal en vertel u enkele highlights tijdens de wandeling van 1.200 m eindigend in het weiland. Let wel met het requisitoir in de hand. Het betreden van het weiland is met nadrukkelijke mondelinge toestemming van de eigenaar. (op en aanmerkingen die ik heb op het requisitoir treft u als bijlage aan)

1) Ik start bij de lantaarnpaal; daar vertel ik dat in het requisitoir staat dat “Jasper wel de jongens zag, maar ze konden hem niet zien “want ze keken het donker in en hij was ook al omgedraaid voordat beide jongens hem konden zien”. Dat laatste, hij was al omgedraaid, kan Justitie onmogelijk hard maken, daar kan men alleen maar naar gissen. Heel subtiel dus. Daarbij aanvullend; ik kan iemand die omgedraaid is nog steeds zien. Iedereen kan dat.
Dan “ze kijken het donker in”. Inmiddels weet ik door de getuigen die ik sprak en door wat Verry Brouwer en ook Bauke Vaatstra verklaarden dat het een zeer heldere nacht was door de volle maan. Dat rechtvaardigt de vraag : was het wel zo donker, het lijkt er niet op.
2) Ongeveer 100m. vanaf de lantaarnpaal stop ik en leg het volgende uit; op basis van requisitoir, blz. 27 weet ik dat justitie ervan uitgaat dat ze de ongeveer 1.200 m. binnen 5 minuten af zou leggen. Dat komt neer op 4,2 m per sec. Belangrijke informatie. Gemakshalve ga ik bij Jasper van dezelfde snelheid uit om het niet nog gecompliceerder te maken. Vervolgens speculeer ik dan, ik weet dat het variabel is. We weten dat Jasper eerst de jongens zag. Stel dat hij ze zag op 100m afstand. Eerst ziet Jasper de jongens staan, hij fietst in hun richting, vervolgens ziet Jasper al fietsende in een schim Marianne Vaatstra. Bedenk wel dat Marianne Vaatstra niet wist dat ze werd achtervolgd, bron requisitoir. Stel , is variabel, het de jongens zien, vervolgens Marianne tegenkomen en vervolgens bedenken dat hij haar “wilde” 20 seconden in beslag nam, dan was hij dus 20 x 4,2 meter verder toen hij omkeerde, te weten 84m! Hij zou bijna tot aan de jongens zijn. Op 16 meter na!! 4 tellen!

Ook: wanneer hij 84 meter is doorgefietst is Marianne dat ook, dus was de afstand tussen hen bij het begin van de achtervolging 168 m. (Dat zijn 40 seconden, bij het tunneltje was dat nog 28 seconden, dus op dat punt ingehaald slechts 12 seconden.) Iemand zei tegen mij; “Pieter wat als Jasper al na 5 seconden omdraaide?” Interessant, dat zou kunnen namelijk. Wanneer Jasper al na 5 seconden omdraaide was hij dus 21 meter doorgefietst, Marianne ook en was hij dus 42m. achter haar. Dus 10 seconden! Echter bij het tunneltje was hij 28 seconden achter haar. Marianne Vaatstra was in dat geval zelfs 18 seconden op hem uitgelopen. Ruim 75 meter.

Doordat Justitie het nodig vond (om het verhaal geloofwaardiger te maken?; “Jasper zag de jongens staan”) kreeg ik iets controleerbaars, meetbaars in handen. Beide scenario’s geven een ongeloofwaardig resultaat. Bij omkeren na 20 seconden was hij de jongens tot op 4 seconden genaderd. Ze zouden hem gezien hebben! Bij omkeren na 5 seconden was Marianne Vaatstra bij het tunneltje ruim 75 meter op hem uitgelopen. Wie zegt mij wat er fout is aan deze berekening, waarbij Justitie zelf voor de input heeft gezorgd? Voor de zoveelste keer : ik heb het niet bedacht!

3) Weer 300m. verder richting tunneltje: Ik maak de mensen er op attent dat over een afstand van 200m(?) iets van zes vrijstaande woningen staan direct rechts langs het fietspad. Veel van de mensen die met ons meelopen menen dat het zich heeft afgespeeld in een stil afgelegen gebied. Niets is minder waar. Had Jasper haar daar al hard fietsend ingehaald (waarom niet?) dan had ze gemakkelijk alarm kunnen slaan.

4) Voor het tunneltje: blz.27 requisitoir “Marianne gaat de weg op en fietst links de rotonde over op het moment dat de verdachte de tunnel nog door moet, hij ziet haar het fietspad weer op rijden”. Ook dit geeft weer verifieerbare informatie, ik heb dat samen met iemand “nagespeeld”. Wanneer je op het punt vóór de tunnel bent en je ziet iemand aan de overkant weer het fietspad op fietsen dan ben je van die persoon op de fiets 28 seconden onderweg wat betekent ongeveer 120 m. verwijderd.
Ik ben benieuwd naar de reconstructie van Justitie

5) Na het tunneltje. “Hij ziet haar vanaf de weg na de rotonde het fietspad weer op fietsen”
Voor mij één van de meest opmerkelijke bevindingen. Ik stuitte namelijk onlangs op een filmpje van Omrop Fryslân uit een reportage over de moord welke in die tijd is opgenomen. Je ziet de camera over de rotonde gaan in de richting van de weg naar Veenklooster en dan: na de rotonde blijkt in die tijd de sloot die er nu is door te lopen tot de rotonde. Het was dus onmogelijk in die tijd vanaf de rotonde het fietspad op te fietsen! De eerste mogelijkheid was pas bij de eerste boerderij 210 meer verder. Waar je nu wel vanaf de rotonde het fietspad op kunt fietsen is later aangelegd. Wat ik verkeerd zie, dat hoor ik graag. Ik heb de waarheid niet in pacht.

6) Jasper stopt Marianne Ik vraag de mensen op dit punt altijd wat ik noem te “visualiseren”.
Volgens het requisitoir stopt Jasper haar door zijn rechterarm om haar hoofd te doen, eerder in een uitzending van EenVandaag was het scenario dat hij haar stopte door de fiets vast te pakken. Vreemd, twee verschillende scenario’s. Dan het visualiseren: “zijn fiets valt op de grond tussen hem en Marianne in” Waar haar fiets is wordt gemakshalve(?) niet vermeld.

Zij vraagt hem “wa bist do” net alsof iemand die op deze hardhandige manier wordt vastgepakt, dat interessant zou vinden. Dan komt het wonderlijke vervolg: “hij pakt haar nu vast met links en pakt met rechts zijn mes. ( ik heb ”de route” van het mes gevolgd en is als bijlage toegevoegd) “hij houdt haar goed vast, dicht tegen zich aan gedrukt en verplaatst met rechts (met het mes in de hand?) de fiets van M. naar de sloot”. Dat doet hij vervolgens nog eens met zijn eigen fiets. Beeld u zich dat eens in vraag ik dan de mensen.

7) Door het weiland lopen: requisitoir blz. 29 : “loopspoor d en e gaan evenwijdig aan elkaar het weiland in”. Eerder las ik dat Jasper nog steeds haar met links stevig vast houdt met het mes in de rechterhand tegen haar hals gedrukt. Ik vraag me dan oprecht af hoe er dan twee loopsporen evenwijdig aan elkaar kunnen zijn? Is daar een reconstructie van? Ook: waarom wanneer iemand heen loopt zou hij niet precies in hetzelfde spoor terug kunnen lopen?

8) Vindplaats lichaam : Eigenlijk wil ik hier niet veel woorden aan wijden, ik probeer het te beperken tot de meest opvallende zaken. Om te beginnen is het voor mij onbegrijpelijk dat terwijl men in het rapport Hans Akerboom (2006) ( als bijlage toegevoegd) de verwondingen aan de polsen proefondervindelijk wijd aan het gebruik van handboeien. De OvJ in het requisitoir op blz. 32 zegt :”De verdachte zegt niets te weten of zich te herinneren over het binden. Toch is onomstotelijk aangetoond dat daarvan sprake is”. Hoe is het “onomstotelijk” aangetoond? Bluf? Ik ken alleen maar het rapport Hans Akerboom. Tekst :” hij slaat de BH diverse malen om de polsen en legt hierin een “platte knoop die hij blindelings kan maken” want die gebruikt hij om hekken dicht te binden die niet los mogen gaan”. Klinkt natuurlijk indrukwekkend, echter wordt op de volgende bladzijde (33) direct gelogenstraft, want wanneer Jasper op haar ligt (!) is “dat het meest waarschijnlijke moment dat ze de BH weet los te wurmen”. Het lijkt mij het meest onwaarschijnlijke moment maar het moest ergens tussen geprutst worden. Jasper is toch niet zo’n goede ‘knopenlegger”? Ik stel me voor dat het bij “loswurmen” ( terwijl dus Jasper op haar ligt!) het een natuurlijke beweging is om dat met je hele lichaam te doen, dat moet wel. Daarbij zet je op de rug liggend zeker de hakken in de grond om je af te zetten. Heeft u dat ook in een reconstructie betrokken? Zulke sporen zijn niet aangetroffen.

Dan doe ik weer een beroep op de mensen om te “visualiseren” op basis van de volgende tekst, zij ligt dus op de rug met de polsen gebonden, stel het u voor :”hij snijdt de slip aan de bovenkant in en steekt tussen de benen van Marianne door met het mes in de achterkant van haar slip”. Ik kan me hier niets bij voorstellen.
“verdachte trekt haar legging naar beneden” . Iemand attendeerde mij erop na bestudering van een foto, dat niet haar legging werd uitgetrokken, maar anders, de legging werd juist aangetrokken. Heeft u deze optie ook meegenomen?

Blz. 31 requisitoir: ”ik zal aantonen dat Marianne zich flink heeft verzet”. Dat blijkt absoluut niet uit wat het grasbeeld wordt genoemd. Hoe kan dat, flink verzetten en toch kan dat niet aangetoond worden adhv de aangetroffen omstandigheden?

Marianne Vaatstra was anaal en vaginaal verkracht, had vele verwondingen, meer dan u prijsgeeft, wat de vraag rechtvaardigt : kan iemand dat alleen wel veroorzaakt hebben? Kortom wat is het bewijs dat hij het alleen heeft gedaan?
Is er niet een agente die gezegd zou hebben dat er meerdere DNA sporen van verschillende mannen zijn aangetroffen?

9) Lichaam werd gevonden In het requisitoir blz. 37 lezen we “dat verdachte hoort het bloed uit Marianne lopen, het hoofd komt in die plas bloed” ik citeer wat Spencer Sletering in een blad niet lang na de moord verklaarde: “Er was geen bloed te zien, nergens, op haar lichaam niet en op de grond niet. Ik ging er al snel van uit dat zij op die plaats onmogelijk kan zijn omgebracht”. Verklaring in een blad van Bauke Vaatstra: “ ik ben het wel met hem, Spencer, eens dat Marianne daar bij Veenklooster niet is vermoord. Ze is daar gedumpt in de wei”.

Heeft Justitie een reconstructie gedaan met 3 liter bloed laten lopen? Met ons mee liep onlangs een boer. Hij vertelde dat 3 liter bloed wat wegloopt in het weiland bij 7 graden vrijwel direct begint te stollen en er komt een geel laagje op.

10) Einde wandeling Vrijwel iedere wandeling is er wel iemand die begint over de documentaire inzake de Villamoord. Daarmee ziet men de verklaring voor de bekentenis van Jasper. Voor wat betreft DNA verwijs ik u naar de website www.keningswei.nl.

Ik heb alles naar beste eer en geweten opgeschreven, bij wat niet klopt verwacht ik gecorrigeerd te worden. Ik hoop van harte dat de media, maar ook mensen die zich met strafrecht bezig houden mijn schrijven serieus nemen.

Tenslotte:

Op basis van alle bevindingen, naast wat niet is vermeld, is de vraag gerechtvaardigd; wat is naast DNA ( DNA alleen is onvoldoende) en de bekentenis (ik verwijs naar de Villamoord) wettelijk en overtuigend bewijs in deze zaak? Uit bovenstaande blijkt dat cruciale informatie welke Jasper Steringa vrijpleiten is achtergehouden. Dat zal de objectieve lezen alleen maar kunnen beamen.

Vandaar de logische vraag : “is Jasper Steringa wel de dader?”

Met dit schrijven meen ik oprecht een bijdrage te leveren aan mijn burgerplicht.

Met dank aan de mensen die dit mogelijk maken.

Pieter Postma
Oud leidinggevende strafsector Rechtbank Leeuwarden
keningswei@yahoo.com