De Rechtszaak van Jasper Steringa

Wat er aan vooraf ging:
Toenmalig minister Hirsch Ballin maakte in april 2012 door een wetswijziging een
grootschalig DNA verwantschapsonderzoek mogelijk.

In een straal van 5 km. rond pd werden ruim 7.700 mannen uitgenodigd wangslijmvlies af te
staan. Dit kon in de periode van 29 september 2012 t/m 11 oktober 2012. Jasper Steringa gaf
wangslijmvlies af op de laatste dag, dus 11 oktober 2012. Hij deed dit op een andere locatie
dan uitgenodigd.

Vanwege de grote maatschappelijke druk ga ik er van uit ( NFI heeft deze vraag niet beantwoord)
dat men vrijwel direct met het onderzoek is begonnen, mogelijk dus op maandag 1 oktober
2012. 39 dagen later op vrijdag 9 november was er de “hit” bij het NFI. Een communicatie
medewerker van het NFI vertelde desgevraagd bij Omroep West dat men net over de helft
was.

Vervolgens werd Jasper Steringa gearresteerd op zondag 18 november door een heus
arrestatieteam (beeldvorming!) Opvallend was dat het Peter R. de Vries was die de hit en de
arrestatie in de media bekend mocht maken. Zeer wel mogelijk als onderdeel van een deal.
Het “succes” moest op hem afstralen?

Na zijn arrestatie op die zondagavond kreeg Jasper Steringa als piket advocaat toegewezen
Bert de Boer, dinsdag 20 november werd hij overgedragen aan Jan Vlug. Hoe zoiets achter
de schermen in zijn werk gaat en of Jasper Steringa daar invloed op had is mij onbekend.
Waarschijnlijk gezien het verdere bijzondere verloop niet.

Van 19 november tot en met 5 december zat Jasper Steringa in beperking. Justitie had 16
dagen de tijd, bijvoorbeeld 18 uur per dag, om hem alles over de moord in te prenten?
Hier voor verwijs ik ook naar de Villamoord. Behoeft verder geen uitleg.
Op 6 december werd zijn bekentenis bekendgemaakt door zijn advocaat Jan Vlug. Dat riep
bij deskundigen, collega’s onder meer de volgende reacties op:

Advocaat Nico Meijering:
Jan Vlug zegt in Nieuwsuur dat zijn cliënt al na tien minuten bij hem heeft bekend. Het is
een uiterst hachelijke onderneming om uit de vertrouwelijkheid van gesprekken met je
cliënt te treden, zeker over zoiets. Het is immers mogelijk dat een cliënt een bekentenis,
afgelegd bij de recherche, later wil intrekken, en dan heb jij als advocaat op de televisie een
bewijsmiddel tegen je cliënt aangeleverd.

Hoogleraar advocatuur Britta Böhler:
Deze advocaat heeft een aantal keren zijn geheimhoudingsplicht opzijgezet. Dat mag niet.
Hij heeft uitgebreid verteld waarom de verdachte zo lang over zijn daad heeft gezwegen en
gaf inzicht in het dna-onderzoek. Het is jammer dat presentator Twan Huys niet vroeg: Mag
u dit allemaal wel zeggen van uw cliënt?

1
Hoogleraar strafrecht Taru Spronken, co-auteur van het Handboek Verdediging; voor
strafpleiters: Het was geen onsympathiek verhaal. Het werd zakelijk verteld. Ik kan me
voorstellen, als je afspreekt dat je openheid geeft, dat je het op zo'n manier doet. Van
doorslaggevend belang is of de cliënt toestemming heeft gegeven voor het mediacontact. Als
die toestemming geeft, mag het, zelfs als het zijn belangen eigenlijk schaadt.

Bart Nooitgedagt van de Vereniging voor Strafrecht-advocaten:
Ik kan me voorstellen dat deze advocaat met zijn uitspraken over Jasper S. – dat die een
goede vader en hardwerkende man is – de kijkers thuis de menselijke kant van zijn cliënt
heeft laten zien. Maar zijn uitspraken gingen veel verder. Het bevreemdt me dat hij zich
bijvoorbeeld ook heeft uitgelaten over het contact tussen zijn cliënt en diens familie – dat zijn
privézaken. Ik ga ervan uit dat dit een bewuste strategie is, maar die komt dan in een vroeg
stadium.

Hoogleraar strafrecht Theo de Roos:
Ik heb met grote verbazing naar Nieuwsuur zitten kijken. Ik begrijp niet welk cliëntenbelang
met dit optreden gediend is. Zelfs juridisch relevante details, zoals het verschil tussen moord
en doodslag, worden door deze advocaat niet benoemd. Als Vlug het cliëntenbelang schaadt,
is dat klachtwaardig. Maar dit lijkt meer op onprofessioneel handelen.

Rechtszaak 28/29 maar 2013

Er mochten bij de rechtszaak geen opnames gemaakt worden, daarvoor werd een flinterdun
motief opgetuigd. Mocht niemand de weifelende en haperende Jasper Steringa zien?
Het simpele boertje dat door een arrestatieteam was overrompeld?

Voor mij als onpartijdige burger was het meest opvallende; het ontbreken van getuigen.
De advocaat Jan Vlug had naar mijn inzicht meerdere getuigen op kunnen (moeten) roepen
om de onschuld van Jasper aan te tonen, bijvoorbeeld: Verry Brouwer, Tiny de Haan, Geke
Haarsma, de portier van de Paradiso, personeel van snackbar ’t Filtsje, de eigenaar van
eethuis de Pyramide, medewerkers van de Poelpleats, Spencer Sletering, Wietze Steenstra,
zij vertelden aan de moeder van Marianne Vaatstra meerdere versies van de fietstocht, de
ouders van Wietze Steenstra ( hoe was hij thuisgekomen?) Aafie Kloosterman, aan haar
vertelde Spencer Sletering dat hij afscheid had genomen bij het tunneltje, wat later (?) werd
gewijzigd in het afscheid bij de sportvelden, Pier Hoekstra die vlak na 24.00 uur ook Spencer
Sletering zonder Marianne Vaatstra zag.

Vervolgens geen enkel bewijs fietstocht, geen tekenen van worsteling, onsamenhangend
verhaal Jasper Steringa over zijn handelingen. “Jasper hoorde bloed vloeien” echter geen
bloed aangetroffen. Justitie zelf ( rapport Akerboom) toont aan dat de verwondingen aan de
polsen zijn veroorzaakt door handboeien, toch kwam het OM met de versie van
verwondingen veroorzaakt door vastbinden met BH, een tampon die door een roek mee was
genomen.

2
In de LC van 4 december valt over de rechtszaak te lezen in het interview met politie baas
Wim van Essen : ”Jasper heeft niet precies verteld wat er die nacht in het weiland bij
Veenklooster is gebeurd, ik denk dat hij niet alles durfde te vertellen”. Heeft iemand er wel
eens bij stil gestaan dat hij het niet wist omdat hij er niet bij was?

De vraag waarom zijn advocaat geen enkele getuige opriep is gerechtvaardigd.

De rechters van deze zaak waren mr. B. Dölle ( voorzitter) mr. K. Post en mr. C. Koelman
Wat zouden zij gedacht hebben over deze zaak? Onder andere kom ik deze overpeinzing
tegen:

Gezien de vragen van rechter Dölle heeft deze duidelijk ook moeite met de
geloofwaardigheid van Jasper. Ongeloof en scepsis druipen er vanaf. Toch had hij in zijn
opdracht om vast te stellen of Jasper wel de waarheid spreekt, dan wel of er sprake is van
moord of doodslag, wel wat doeltreffender te werk kunnen gaan. Zo had hij bijvoorbeeld
kunnen vragen: Wat was uw reactie toen Marianne aangaf dat ze ongesteld was? Heeft u
haar duidelijk gemaakt dat u dat geen obstakel vond om haar te verkrachten?
Zo ja, mag ik dan concluderen dat u hier zeer duidelijk met een voorbedachte rade bezig was
om haar in elk geval te verkrachten? U moet zich toch hebben bedacht dat als u Marianne in
leven liet, zij tegen u zou kunnen getuigen van dit misdrijf, wat verkrachting toch is. Hoe kunt
u dan volhouden dat u haar niet met voorbedachte rade heeft vermoord?
Bij het ene misdrijf, de orale en vaginale verkrachting, handelde u weloverwogen en met
voorbedachte rade, maar bij het tweede misdrijf, de moord, handelde u in een roes en in
paniek? Hoe moet ik dat zien, mijnheer Steringa? Heeft u een verklaring waarom Marianne
zelf haar tampon heeft verwijderd? Was dit naar aanleiding van uw standpunt dat haar
ongesteldheid geen bezwaar was? Was het uw begrip dat Marianne er vrede mee had dat u
haar vaginaal zou penetreren? Op wiens instigatie werd de orale seks geïnitieerd?
Kunt u aangeven waarom Marianne hiermee akkoord ging? Vond u het niet gevaarlijk om uw
penis over te leveren aan de mond en tanden van een meisje dat niet gediend was van welke
vorm van seks met u dan ook? Kwam u klaar van de orale bevrediging? U heeft het immers
over bevrediging. Zo nee, wat deed u besluiten om Marianne te gebieden de orale seks te
staken? Zo ja, hoe kreeg u het voor elkaar om haar ook nog vaginaal te verkrachten? Vragen,
vragen, vragen.

Zoals we weten is Jasper Steringa veroordeeld, was het wettig en overtuigend bewijs slechts
de bekentenis en DNA?

Afsluitend; welke rol speelde de media? Hoe kan het dat ze zich vrijwel allemaal schaarden
achter het vonnis op basis van een flinterdun bewijs? Tot op de dag van vandaag houden zij
zich opzichtig afzijdig. Eén van de vele onbeantwoorde vragen.

3
Bronnen: