Mail t.a.v. officier van Justitie de heer mr. Henk Mous

[18-05-2022 / 15:22 uur]

 

Aan de officier van Justitie de heer mr. Henk Mous

Onderwerp:Fiets scenario zaak Marianne Vaatstra

Geachte heer mr. Henk Mous:

Het is hoog tijd dat ik u over deze zaak benader, u bent tenslotte insider, u zou antwoorden kunnen geven. Voor wat ik doe aangaande de zaak Marianne Vaatstra beroep ik mij op mijn burgerplicht;

“wettelijke of morele verplichting van burgers om bijvoorbeeld medeburgers die in nood verkeren te helpen’

Dit schijven gaat over mijn onderzoek naar het “fietsverhaal” zoals u uit naam van het Openbaar Ministerie presenteerde en verdedigde op 28/29 maart 2013 in de stafzaak tegen Jasper Steringa 17/925132-12
Mijn verzoek aan u is waar ik volgens u de plank missla mij dat te laten weten opdat ik de correctie(s) aan kan passen op de website www.keningswei.nl met in relatief korte tijd ruim 30.000 bezoekers.

Hoe komt een requisitoir tot stand? Hoewel ik leidinggevende was bij de Strafsector Rechtbank Leeuwarden ben ik daar onvoldoende mee op de hoogte. Ik kan me voorstellen dat een team van rechercheurs in deze zaak alles heeft aangedragen.

Op basis daarvan stelde het OM het requisitoir samen. Deed u dat blind op hetgeen u kreeg aangedragen? Persoonlijk kan ik me daar niets bij voorstellen. Feit is dat het requisitoir veel onjuistheden en onwaarheden bevat. Een requisitoir van een professionele organisatie als het OM onwaardig.

Wat moet ik van het requisitoir denken wanneer ik op bladzijde 31 deze tekst lees: ”ik wil nogmaals wijzen op het DNA onder de nagels van verdachte die op dat moment daar gekomen kan zijn door krabben”.
Ongelooflijk dat dit in een requisitoir kan staan, ik neem aan, weet het niet zeker, dat u in plaats van verdachte het slachtoffer bedoelt, maar dan nog. Er is toch wel iemand die de tekst van een requisitoir naleest? Onvoorstelbaar.

Bij wat ik in deze mail aankaart doe ik op basis van de informatie van….het Openbaar Ministerie. Ik verzin niets, houdt me nadrukkelijk aan de feiten zoals door u beschreven.

To the point;

Ik neem u mee in chronologische volgorde in wat ontbreekt in “uw” scenario wat er wel had moeten zijn en de onvolkomenheden daarin.

1) Er is een kroongetuige mevrouw Geke Haarsma woonachtig in het centrum van Kollum. Van haar zijn verschillende waarnemingen bekend, zoals ruzie tussen Spencer Sletering en een groepje jongens die hem toebeten; “we nemen vanavond je vriendinnetje te pakken”, ze zag hoe ventielen uit de banden van de fietsen van Spencer Sletering en Wietze Steenstra werden getrokken, ze zag rond 00.30 uur Marianne Vaatstra zónder Spencer Sletering, ze nam waar, zag het niet, kon op basis van haar waarnemingen constateren dat Marianne Vaatstra in een auto werd getrokken en tenslotte zag ze rond 01.30 uur de beide jongens in een auto stappen welke bleek te zijn van mevrouw Jaquie Sletering.

De rechercheurs hebben met de genoemde waarnemingen van deze kroongetuige niets gedaan. Dat zou ik kunnen billijken wanneer er feiten aan het licht zouden zijn gebracht die haar waarnemingen zouden weerleggen. Echter die zijn er niet! Dus waarom deze mevrouw negeren? Kunt u mij dat uitleggen?

2) Bijzonder is, dat het requisitoir zegt dat “de drie op de fiets uit Kollum vertrokken rond 01.30 uur”. Wat vermeld had moeten worden is; waar die fietsen stonden! Ik weet niet beter dat de fietsen voor de woning van mevrouw Haarsma stonden. Dat is de enige info die ik immers heb? Dat het OM niet vermeld waar de fietsen stonden is wat mij betreft logischerwijs verzwegen. De reden: wanneer het OM toe zou geven dat de fietsen inderdaad bij haar woning stonden, zou het direct een stuk aannemelijker zijn dat de waarnemingen op waarheid berusten. Dat moest vermeden worden?

3) Vervolgens maakt het OM zelf van de fietstocht een onmogelijke missie. Hierom: ze vertrokken uit de Paradiso om 01.30 uur moesten eerst 350 meter lopen, is 5 minuten. Dus resteert voor de fietstocht nog 15 minuten. Want aankomst de Swadde 01.50 uur. In die 15 minuten, fietsten ze met drie personen, op twee fietsen waarvan één met leeglopende (!) band, “de jongens hadden de hele dag feest gevierd en gedronken, het fietsen zal niet echt snel gegaan zijn” , in Kollum hebben ze even staan wachten (!) bij een bankje, in Buitenpost stalen ze een fiets op het station.

Dit alles in 15 minuten. Ik zou daar een reconstructie van zou willen zien. Iedereen, ook de minder slimme mensen zullen zeggen dat hoe u de fietstocht heeft verwoord onmogelijk zo gegaan kan zijn binnen die tijd. Een leugen ontmaskerd?

Nb; het bleek dat Spencer Sletering inderdaad de volgende morgen een lekke band had. Had kroongetuige Geke Haarsma dan toch gelijk? Mijnheer Henk Mous, was een ventiel uit de band?

4) Rond de tijd dat kroongetuige mevrouw Haarsma Marianne Vaatstra zag zonder Spencer Sletering (00.30 uur) zagen twee andere getuigen Spencer Sletering zonder Marianne Vaatstra. Dit is wat mij betreft 100 % zeker. Want : herkend ( op een afstand van max. 8m.) gegroet, kleding beschreven, er was die nacht 900 m. zicht. (bron: meteorologische site) Geen twijfel mogelijk. Wat zegt echter de leugenachtige Spencer Sletering bij navraag door Peter R. de Vries; “dat deze twee kroongetuigen twee andere jongens moeten hebben gezien”.

Dat is aantoonbaar onwaar, omdat er voor zover ik weet nooit “twee andere jongens“ zijn gevonden.

Conclusie: ze bestaan niet, er waren geen andere jongens en de rechercheurs weten het. Een leugen ontmaskerd?

5) Om 01.50 uur komen ze dan bij de Swadde aan en om 01.55 vertrekt Marianne Vaatstra alleen. Dit is in deze zaak een erg zwak punt en wat mij betreft onvoldoende onderbouwd. Ik weet uit gesprekken dat getuigen meerdere malen opnieuw een verklaring af moesten leggen, werden gebeld, in de gevallen die ik ken om hun verklaring aan te passen. Dan is het des te opmerkelijker dat men niet Spencer Sletering een aanvaardbare verklaring af heeft laten leggen waarom Marianne Vaatstra alleen verder wilde fietsen. (van Gerrit Alma, de jongen waarmee hij de volgende ochtend aan het zoeken was, weten we dat aan hem is verteld dat de avond er voor een ruzie was met Marianne Vaatstra).

Spencer Sletering had haar een taxi toegezegd. Waarom niet de belofte nagekomen? Wanneer het mijn vriendinnetje was geweest had ze hoog of laag kunnen springen ik was die 6 km. meegefietst. Punt uit! Dus geen afdoende verklaring hiervoor is onverteerbaar en onbegrijpelijk dat men Spencer Sletering ermee liet wegkomen.

6) Nadat Marianne Vaatstra is weggefietst zou ze even verder Jasper Steringa zijn tegen gekomen, daarover zegt u in het requisitoir : “Spencer en Wietse hebben niemand gezien en dat kan ook kloppen, want ze kijken het donker in.” Mijnheer Henk Mous, dit is aantoonbaar 100 % onwaar. Er was die nacht een zicht van minimaal 900m. U kunt het op meteorologische sites opzoeken. Ze keken helemaal niet het donker in!
Dit is zelfs door Bauke Vaatstra bevestigd, ook twee getuigen die ik persoonlijk sprak en die nacht langs de Keningswei fietsten, zeiden dat zelfs nog tegen elkaar hoe licht het was. Natuurlijk moeten de beide jongens Jasper Steringa gezien hebben.
Een leugen ontmaskerd?

Het Openbaar Ministerie (?) probeert deze leugen te maskeren door er nog aan toe te voegen dat de jongens Jasper niet konden zien “omdat hij al was omgekeerd”. Meent u dat nou echt? In welke wereld kun je iemand die is omgedraaid niet meer zien? Je moet wel wanhopig zijn om zoiets er bij te schrijven.

Mijnheer Henk Mous, u zult het met me eens zijn dat wat ik hier schrijf geen hogere wiskunde is.
Ik noem het GBV ; Gezond Boeren Verstand.

7) Zo ook het volgende, voor een kind in groep acht te begrijpen. Jasper Steringa zag eerst de beide jongens en toen in een schim Marianne Vaatstra en u dichte hem de gedachte toe : do bist foar my”. Een geweldige vondst. Dat pikte de media graag op. De tekst gaat als volgt verder :

“hij heeft zijn fiets gelijk omgekeerd en moet echt hard fietsen om haar in te halen’. Let op: ”hij moet hard fietsen”. (Uiteindelijk haalde hij haar pas na ongeveer 1.150 meter (!!) in. Marianne Vaatstra wist niet dat ze achtervolgt werd door iemand die “hard fietste”. Laat ik daar even op inzoomen, het is de moeite waard, het maakt veel, zo niet alles, duidelijk.

Uitgaande van uw gegevens fietste zij 14 km p/u of 4. m/sec. Daarentegen fietste Jasper Steringa dus hard. Hoe hard? (“hij moest echt hard fietsen om haar in te halen” toch? Hij had een doel, kon zich daar op richten en kon vanwege de korte afstand 20 km. p/u omgerekend 5.5 m/sec halen. “Hij heeft zijn fiets gelijk omgekeerd”. Stel dat dit na 5 seconden dus 20 m. was, dan was Marianne Vaatstra ook 20 m. doorgefietst, dan had hij bij aanvang van de achtervolging een achterstand van 40 meter. Hij fietste 1,5 m. p/s sneller. Dat betekent dat hij haar al na 27 seconden, is 108 m. had ingehaald. Veel eerder dan de 1.150 m. van uw OM.
Wat zou de reden kunnen zijn dat uw OM wilde dat het inhalen pas na 1.150 meter was? Als je zoals ik ervan uitgaat dat uw scenario later is bedacht, moest het aangepast worden aan de omstandigheden van 1 mei 1999. Dus kon het niet anders dan dat Jasper Steringa haar in uw scenario op die plek stopte omdat daar een fiets was gevonden en in het weiland verderop het lichaam van Marianne Vaatstra! Een leugen ontmaskerd? Kortom u had geen andere keus.

8) Aangekomen bij het tunneltje het volgende onmogelijke; “Jasper ziet haar, na over de rotonde gefietst te zijn, weer het fietspad op fietsen” Hierover kan ik kort zijn, navraag bij de gemeente Noard-EastFryslân wijst uit dat dit in 1999 onmogelijk was, er was daar een sloot. De dam waar over gefietst kan worden dateert van 2011. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn dat het scenario door het OM geschreven is tussen de aanleg van de dam ergens in 2011 en de aanvang van het DNA verwantschap onderzoek september 2012. Een leugen ontmaskerd?

9) Dan ben ik aangekomen bij het stoppen van Marianne Vaatstra “hij doet zijn rechterhand voor haar mond. Zij bijt hem in de ringvinger en er komt bloed uit de wond”, even verder :”hij verplaatst met de rechterhand de fiets van Marianne”. Dus; zij beet hem in de rechterhand, er kwam bloed uit de wond en met dezelfde hand waarvan bloed uit de ringvinger kwam verplaatste hij de fiets. Verder: ”van de fiets zijn vingerafdrukken genomen maar die zijn onvoldoende gewaarmerkt en niet voor identificatie geschikt”.
Dus zowel van Marianne Vaatstra als Jasper Steringa geen vingerafdrukken op de fiets. Wat minstens zo opvallend is, is dat er aan het stuur van de fiets bloed moet hebben gezeten van Jasper Steringa zijn
bloedende vinger. ( ik lees nergens dat hij pleisters bij zich had, ik maak het nu belachelijk, sorry, dat is het natuurlijk ook)
Daarbij moet u dit, zoals ik het noem, “visualiseren” ; hij houdt haar vast met links met in zijn rechterhand zijn mes en verplaatst met dezelfde rechterhand (!) haar fiets naar de sloot en op dezelfde manier zijn eigen fiets aan de overkant van het fietspad in de greppel”. Waar heb je de fiets dan vast? Wat zei Jasper daar over? Dat is hem toch gevraagd? Wat zou ik daar graag een reconstructie van zien.
Een leugen ontmaskerd?

10) In dit requisitoir staan veel onmogelijk zaken, het gaat te ver ze allemaal te benoemen. Dit is ook een bijzondere vondst van het OM: ”uit de foto’s die gemaakt zijn van pd kan opgemaakt worden dat Marianne met haar rug richting de boomwal stond en uiteindelijk ook zo is moeten gaan liggen”. Laat dat even bezinken. Wat een waanzin. De reden dat het OM hier een dergelijk verhaal van maakt is om de aandacht af te leiden van het feit dat het lichaam van Marianne Vaatstra daar is neergelegd. Iets wat zowel Bauke Vaatstra als ook Spencer Sletering beide beweerden. Bron: Panorama 18 jaargang 2000.

11) Omslachtig neemt het OM ons mee naar een onwaarschijnlijk scenario van vastbinden en uitkleden. In de eerste plaats is er een rapport Akerboom van 2006 waar is aangetoond dat verwondingen aan de polsen zijn veroorzaakt door handboeien en dus niet met de BH. Vervolgens kunnen we lezen dat Marianne Vaatstra de gebonden polsen los wist te krijgen op het volgens het OM “meest geschikte moment”, namelijk dat Jasper op haar ligt. Hoezo? “Meest geschikte moment”

12) Ook bij het volgende is het interessant wat uw OM verzwijgt: zoals is verzwegen waar de fietsen stonden, dat het die nacht licht was, dat er een sloot was.

In het requisitoir wordt uitgebreid aandacht besteed aan het ontkleden van Marianne Vaatstra. Dat zou je denken, echter aan één aspect wordt opzettelijk voorbij gegaan. Dat is het volgende: wanneer je namelijk iemand in zo’n situatie de legging uit wil trekken begin je door van die persoon de schoenen uit te trekken. Immers een legging uittrekken over de schoenen is lastig en dus onlogisch.
In het requisitoir daarover op blz. 32 : ”hij trekt haar legging naar beneden, maar waarschijnlijk doordat Marianne zich blijft verzetten met haar benen, dit lukt slechts met één broekspijp “ Opvallend: in het hele requisitoir niets over haar schoenen!! Dus ging ik vervolgens “op zoek” naar haar schoenen.
Ik stuitte op een foto van pd met het lichaam. En wat zie ik tot mijn verbazing; Marianne Vaatstra draagt aan beide voeten schoenen. Aan beide voeten! Waarom is dat zo opmerkelijk; omdat één been namelijk geheel ontbloot is. Waarom zou Jasper na eerst de broekspijp geheel uitgetrokken te hebben de schoen weer aan een voet hebben gedaan? Waarom zat aan die andere voet ook nog een schoen? Ik lees daar helemaal niets over. Dat zou wel moeten.

Overpeinzing: via de website kreeg ik van iemand de volgende tip : “haar legging waarvan een broekspijp om één been is niet uitgetrokken, maar aangetrokken” Dat is me nogal een “game changer”.

Mijnheer mr. Henk Mous, wat weet u daarvan?

13) Er is zoveel meer, met het volgende voorbeeld zal ik het afsluiten omdat het anders teveel “van het kwade” wordt. Requisitoir blz. 37: ”De verdachte hoort het bloed uit Marianne lopen’. Is er bloed op pd aangetroffen? Nee! In de Panorama 18 jaargang 2000, wordt uit de mond van Spencer Sletering opgetekend: “Er was geen bloed te zien”. Nergens. Op haar lichaam niet en op de grond niet”. Een leugen ontmaskerd?

Afrondend:
Mensen van naam en faam zeggen mij dat er altijd discrepanties zijn in een zaak. Dat begrijp ik volkomen. Dat gaat dan over bijvoorbeeld; droeg Jasper klompen of laarzen. De voorbeelden die ik hierboven noem zijn naar mijn bescheiden mening van een andere orde. Wat ik hierboven met u deel is een onvolledige opsomming, het zijn slechts high lights.

Mijnheer mr. Henk Mous, wanneer ik bovenstaande punten tot mij door laat dringen brengt mij dat op wisselende emoties, aan de ene kant heb ik met u te doen dan u dit “gedrocht” met verve moest verdedigen, aan de aan de andere kant denk ik : “hoe is het mogelijk dat iemand van uw statuur beweert dat dit de waarheid is”.

Geachte heer mr. Henk Mous; zodra ik een antwoord krijg op de simpele voor de hand liggende vragen kan ik deze zaak terzijde leggen. Na herhaaldelijk aandringen heb ik helaas geen enkele reactie ontvangen. Ook niet van de ruim 30.000 bezoekers van de website. U zult begrijpen welke conclusie ik daar aan verbindt.

Ik wil afsluiten, zoals ik al mijn correspondentie afsluit, namelijk met het dringende beroep op u en een ieder die dit leest om wat aantoonbaar niet klopt mij dat te melden. Ik zal dat vervolgens op de website onverwijld aanpassen omdat ik op geen enkele wijze onzin wil verkondigen.

Ik wens u veel wijsheid.

Hoogachtend;

De heer P. Postma

( oud leidinggevende Strafsector Rechtbank Leeuwarden)